Cloud computing

Serverless computing: functies en use‑cases

Door OneFrame5 min lezen

Ontdek wat serverless computing is, hoe het werkt en wanneer je het inzet. Helder overzicht van functies, kosten, performance en praktische use‑cases.

Wat is serverless computing?

Serverless computing is een cloudmodel waarin je code draait zonder zelf servers te beheren. Meestal gebeurt dit als Function as a Service (FaaS): je schrijft kleine functies die reageren op gebeurtenissen, zoals een HTTP‑aanvraag, een bericht uit een queue, een bestandsupload of een geplande taak. De provider verzorgt provisioning, patching, schaalbaarheid en beschikbaarheid. Servers bestaan nog steeds, maar zijn voor jou onzichtbaar. Serverless kan ook Backend as a Service (BaaS) omvatten, zoals managed databases of authenticatie. Het doel: minder operationele last, snellere innovatie en betalen voor daadwerkelijk gebruik.

Hoe werkt de architectuur?

Een event activeert je functie via een trigger (bijv. API‑gateway, storage‑event of schedule). De provider start een geïsoleerde runtime (vaak een container), voert je code uit en schaalt automatisch het aantal instanties op en neer. Functies zijn stateless: bewaar status extern, bijvoorbeeld in een database, object‑storage of message‑queue. Toegang regel je met rollen en permissies (least privilege) en geheimen via een secrets‑manager. Logging, metrics en tracing helpen bij observability. Deployen doe je reproduceerbaar met CI/CD en Infrastructure as Code; versiebeheer en omgevingsvariabelen maken rollbacks en configuratie veilig en voorspelbaar.

Ideale use‑cases

Serverless past vooral bij event‑gedreven, variabele of onvoorspelbare workloads.

  • API‑backends en webhooks met pieken rond campagnes of releases.
  • Dataverwerking en ETL: beelden of documenten verwerken bij upload.
  • Integraties tussen SaaS‑systemen via queues en events.
  • Periodieke taken (cron), rapportages en notificaties.
  • IoT‑inname, streaming‑events en lichte ML‑inference bij sporadische aanroepen.

Heb je een constante, hoge en voorspelbare belasting, of langlopende processen, dan zijn containers of VM’s vaak efficiënter.

Voordelen en afwegingen

De belangrijkste voordelen: vrijwel onbeperkte automatische schaalbaarheid, geen serverbeheer, snellere time‑to‑market en betalen per gebruik. Ook security‑baselines (patching, isolation) zijn standaard geregeld. Daardoor kunnen kleine teams productiever zijn en sneller itereren. Er zijn ook afwegingen. Je hebt beperkte controle over runtime en netwerk, debugging over meerdere services is complexer en cold starts kunnen latentie verhogen. Vendor lock‑in is reëel door events, runtimes en IAM‑modellen. Mitigaties zijn onder meer het gebruik van open standaarden, duidelijke grenzen tussen domeinen en kiezen voor patterns die portabiliteit vergroten (bijv. event‑driven en 12‑factor).

Kosten en billingmodel

Bij FaaS betaal je per aanroep en per uitvoeringsduur (gemeten in milliseconden), vermenigvuldigd met de geconfigureerde resources (geheugen bepaalt vaak ook CPU). Er is meestal een gratis of goedkope basistier, waarna je lineair betaalt. Extra kosten komen uit netwerkverkeer, opslag, databases, berichtenservices en logging. Plotse pieken schalen mee, dus ook je factuur; budget‑alerts, time‑outs en concurrency‑limieten voorkomen verrassingen. Voor latency‑kritieke workloads kun je provisioned concurrency inzetten tegen een vast extra tarief. Kosten optimaliseer je door functies klein te houden, juiste geheugenprofielen te kiezen en onnodige bibliotheken te schrappen.

Performance en limieten

Serverless runtimes starten on‑demand. Een warme start is snel; een cold start kost extra tijd, afhankelijk van taal, pakketgrootte en configuratie. Houd functies klein, gebruik snellere runtimes en laad afhankelijkheden lui om latentie te beperken. Er zijn platformlimieten, zoals maximale uitvoeringstijd, geheugen/disk‑quota en gelijktijdigheidsgrenzen. State is vluchtig; schrijf naar externe opslag. Constant lage latentie, intensieve netwerkverbindingen of langlopende taken (bijv. video‑transcoding op grote batches) passen vaak beter bij containers. Voor kritieke endpoints helpen provisioned concurrency, connection pooling naar databases en event‑driven patterns via queues of streams.

Best practices voor implementatie

  • Ontwerp kleine, enkelvoudige functies (single responsibility) en maak ze idempotent.
  • Gebruik managed diensten voor state: queues, object‑storage, serverless databases.
  • Beveilig met least‑privilege IAM en beheer geheimen via een secrets‑manager.
  • Meet wat telt: gestructureerde logs, metrics en distributed tracing.
  • Automatiseer met IaC en CI/CD; test lokaal en in een staging‑omgeving.
  • Minimaliseer pakketgrootte en cold starts; kies een passende runtime.
  • Stel time‑outs, retries en dead‑letter‑queues in voor robuuste afhandeling.

Veelgestelde vragen

Antwoorden op de meest gestelde vragen over dit onderwerp

Serverless computing is een model waarbij je functies draait in de cloud zonder servers te beheren. In een FaaS‑model koppel je code aan triggers (HTTP, events, schema’s). De provider start de runtime, schaalt automatisch en rekent alleen af voor de daadwerkelijke uitvoeringstijd en resources. Naast FaaS vallen ook managed backends (authenticatie, opslag, messaging) vaak onder serverless. Het resultaat: minder operationeel werk, meer focus op businesslogica.

Klaar voor de volgende stap?

Wil je weten of serverless bij jouw applicatie past? Plan een gratis architectuursessie of vraag een proof‑of‑concept aan; we analyseren workload, kosten en performance.

Aanbevolen artikelen

1